Er zijn in Nederland heel veel sociale hulpvoorzieningen beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan burenhulpprojecten, vervoersdiensten, schuldhulpverlening, thuiszorg, buddyzorg en maaltijdservices. Toch maakt niet iedereen die er recht op heeft daar ook gebruik van. Dat staat in de wetenschappelijke literatuur ook wel bekend als vraagverlegenheid.
Maar wat houdt dat nu eigenlijk in? En waarom is het belangrijk om hier aandacht voor te hebben?
Vraagverlegenheid gaat over de problemen en obstakels die mensen ervaren bij het vragen om hulp (Linders, 2010). Er is echter nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar vraagverlegenheid in het sociaal domein. Onze fundamentele empirische en theoretische kennis over dit fenomeen is nog onvoldoende ontwikkeld.
“Er is nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar vraagverlegenheid in het sociaal domein.”
Om daar verandering in te brengen heb ik de afgelopen jaren samen met anderen onderzoek gedaan naar vraagverlegenheid in de gemeente Den Haag (Reijnders, 2020; Reijnders, Schalk & Steen, 2018). Daarvoor zijn we op zoek gegaan naar hulpbehoevenden op verschillende plekken in de stad, om te achterhalen welke problemen zij ervaren bij het vragen om hulp.
Het is alleen niet makkelijk om vraagverlegen mensen te bereiken. Gelukkig zijn we er wel in geslaagd om met hen in contact te komen door samen te werken met onder meer de Voedselbank Haaglanden, de Sociaal Raadslieden van de Gemeente Den Haag en het MCH-ziekenhuis.
Uit de interviews met hulpbehoevenden komt naar voren dat het vragen om hulp vaak een ingewikkeld psychologisch proces is, waarin verschillende, soms zelfs conflicterende gevoelens een rol spelen. Zo hebben veel hulpbehoevenden een diepliggende behoefte om hun (gevoel van) onafhankelijkheid zoveel mogelijk te behouden.
Het moeten vragen om hulp kan dat gevoel al snel aantasten. Daardoor zijn mensen minder snel geneigd om daadwerkelijk hulp te vragen – zelfs als zij die hulp eigenlijk heel hard nodig hebben.
Daarnaast spelen allerlei bureaucratische en praktische belemmeringen een rol. Dat gaat dan bijvoorbeeld over ingewikkelde regels en procedures om toegang te krijgen tot hulp, onvoldoende informatie over het beschikbare hulpaanbod en een te grote reisafstand.
Ook beleidsveranderingen en bezuinigingen kunnen tot vraagverlegenheid leiden. Bijvoorbeeld wanneer door een bezuiniging de vertrouwde thuiszorgmedewerker wegvalt, kan het voor hulpbehoevenden moeilijk zijn om weer opnieuw om hulp te vragen.
In sommige gevallen kan vraagverlegenheid doorschieten naar vraagweerstand. Er ontstaat weerzin wanneer iemand zich ‘gedwongen’ voelt om opnieuw op zoek te moeten gaan naar hulp (zie ook Grootegoed, 2013). De teleurstelling is dan zo groot dat de hulpbehoevende, vaak tegen beter weten in, niet opnieuw om hulp vraagt.
Wat ons onderzoek duidelijk maakt is dat de mogelijke oorzaken van vraagverlegenheid zich voordoen op verschillende niveaus binnen het sociaal domein, van psychologische factoren op het niveau van de individuele hulpbehoevende tot aan allerlei factoren op organisatie- en systeemniveau.
Anders gezegd: vraagverlegenheid is een complex, multidimensionaal fenomeen. Dit impliceert ook dat er geen makkelijke oplossingen zijn om het te bestrijden. Er is geen magisch medicijn tegen vraagverlegenheid.
“Er is geen magisch medicijn tegen vraagverlegenheid.”
Onze kwalitatieve studie heeft weliswaar meer inzicht gegeven in het ‘hoe en waarom’ van vraagverlegenheid door met hulpbehoevenden te spreken over de problemen en obstakels waar zij tegenaan lopen. Toch is er meer (kwantitatief) onderzoek nodig om nóg beter te kunnen begrijpen wat vraagverlegenheid inhoudt en om er ook daadwerkelijk iets aan te gaan doen.
Want zolang hulpbehoevenden niet goed de weg naar hulp weten te vinden, zullen hun problemen onopgelost blijven. Daar worden zij zelf niet gelukkiger van.
Daarnaast leidt vraagverlegenheid op de langere termijn tot hogere publieke zorgkosten. En daar worden we allemaal niet gelukkig van.
Grootegoed, E.M. (2013). Dignity of dependence: Welfare state reform and the struggle for
respect. Amsterdam: Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). Gratis te downloaden via deze link.
Linders, L. (2010). De betekenis van nabijheid: Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Den Haag: SDU-uitgevers. Gratis te downloaden via deze link.
Reijnders, M.A.W. (2020; in druk). Non-take-up of social support and the implications for social policies, proefschrift, Universiteit Leiden. Gratis te downloaden via deze link.
Reijnders, M.A.W., Schalk, J. & Steen, T. (2018). Services Wanted? Understanding the Non-take-up of Social Support at the Local Level. Voluntas, 29(6): 1360–1374. Gratis te downloaden via deze link.
Den Haag